De Nederlandse naam is soepschildpad, maar de soort staat ook bekend als ‘groene zeeschildpad’ vanwege de groengekleurde vetlaag onder het schild. De krapé is een bekende grote zeeschildpad met een prachtig laag, gestroomlijnd schild en is de grootste schildpad met een hard schild. De kop en de poten zijn bezet met mooi afgetekende, groenachtig tot bijna zwarte schilden.
De rugschilden van jongere krapé’s hebben een prachtige, vanuit het midden gestraalde tekening van donkerbruine, lichtbruine en bijna zwarte strepen; bij volwassen dieren vervagen deze kleuren. Het buikschild, ook wel ‘plastron’ genoemd, is geelachtig.
De voorpoten zijn ontwikkeld tot lange, krachtige, afgeplatte roeivinnen. De achterpoten zijn klein en plat en worden gebruikt als roer (sturende functie bij het zwemmen) en voor het graven van het nest; de voorpoten zijn hiervoor niet geschikt. De staart van de mannetjes is aanzienlijk groter en beweeglijker dan die van de vrouwtjes.
Krapé’s die in Suriname en in de buurlanden eieren komen leggen, voeden zich met wieren en algen; hun voedselgronden, wiervelden, bevinden zich vooral voor de kust van Noordoost-Brazilië.
Afhankelijk van hun activiteit kunnen ze 1 tot 5 uur onder water blijven en halen een snelheid van 30 tot 35 km/uur, vooral als ze aan vijanden proberen te ontkomen.
Zeeschildpadden leven al langer dan 110 miljoen jaar op Aarde, Mannelijke en vrouwelijke soepschildpadden lijken sterk op elkaar; het enige uiterlijke verschil is dat de mannetjes een iets langere staart hebben en ook een uitstekende klauw op elke flipper die hen helpt het vrouwtje vast te houden tijdens het paren.
De paring vindt in zee plaats (niet ver van het strand). Ze keren terug naar hetzelfde broedgebied waar ze zelf uit het ei zijn gekropen en moeten soms meer dan 2600 km zwemmen om hun broedplaatsen te bereiken.
Vrouwtjes paren elke 2 tot 4 jaar; bij de krapé is er ook sprake van polyandri (één vrouwelijk dier dat verschillende mannelijke partners heeft). In het nestseizoen van maart tot juni komen de soepschildpadden de stranden op om eieren te leggen. Bekende legstranden van krapé’s zijn Shell Beach in Guyana, Matapica, Eilanti, Braamspunt en Galibi in Suriname en het strand van les Hattes in Frans-Guyana (dit strand is tevens het grootste legstrand ter wereld voor de Aitkanti).
De vrouwtjes graven met behulp van de achterpoten een diepe kuil in het zand en deponeren daar tot ongeveer 140 op pingpongballen lijkende zachtschalige eieren in en begraaft die weer voor ze naar zee terugkeert.
Om de 2 jaar komen de wijfjes naar de legstranden om er dat seizoen 2 of 3 keer te leggen; sommige vrouwtjes doen dat tot 5 keer.
Na ongeveer 55 dagen komen de eieren uit en dan graven de kleine schildpadbaby’s zich een weg door het zand naar boven en rennen naar zee.
Een groot aantal soepschildpadbaby’s wordt het slachtoffer van spookkrabben, roofvogels, katachtigen vooral de jaguar, honden en roofvissen. Het geslacht van de ongeboren jongen wordt deels bepaald door de temperatuur van het zand; lagere temperaturen produceren meer mannetjes, hogere temperaturen meer vrouwtjes.De krape of soepschildpad, ook wel groene schildpad genoemd en komt voor in alle tropische oceanen en zeeën. Maar helaas nemen de aantallen al honderden jaren af door overmatig eieren rapen, nestvernietiging door huisdieren, overmatig vangen voor de consumptie of zelfs om er souvenirs van te maken.Ook verdrinken schildpadden in visnetten en worden legstranden verstoord of verdwijnen deze zelfs helemaal; dit geld voor alle soorten zeeschildpadden.De jonge dieren worden geslachtsrijp na 15 tot 20 jaar en bereiken een leeftijd van ongeveer 80 jaar (soms langer).De krape is conform de Jachtwet en het Jachtbesluit beschermd in ons land. Zo ook hun eieren, producten danwel delen daarvan.
Samenstelling: ASHOK PHERAI’s NATURE SCOPE
Facebook: in 4 delen weergegeven|14 -17 Februari 2022